(week 3)
Na drie keer een zwaar begin van de week kan ik zeggen dat het lijkt alsof ik eraan begin te wennen. Op maandag en dinsdag bewaak ik mijn pauzes heel goed, zodat ik elk lesuur fris voor mijn klas kan staan. Tot hiertoe lijkt dat dus goed te lukken.
Ik had me voorgenomen om voor het vak Nederlands niets extra te doen en dus enkel terug te vallen op materiaal van de uitgeverij en mijn collega’s.
Maar bij de eerste toets liep ik al in de val. Het leek me logischer van hier en daar wat te veranderen (vooral op vlak van lay-out). Daar kroop gelukkig niet te veel werk in. Maar bij de evaluatie van de tweede toets bleek dat niet alle leerlingen de leerstof in de vingers hadden. Meer nog, meer dan de helft had een tekort. Lag het aan mij? Aan de manier waarop ik de leerstof heb aangebracht? Of hadden ze niet genoeg gestudeerd? Of begrepen ze iets niet? Ongetwijfeld was het een combinatie van al deze vragen.
En dan begin ik na te denken hoe ik dat kan oplossen. Komende week trek ik één les uit om de geziene leerstof te herhalen. Ik ga in die les aan de slag met de Cornell-methode, waar ik zelf grote voorstander van ben. Maar dat vraagt weer wat extra inspanning, terwijl ik in het vijfde jaar toch ook nog heel wat aanpassingen moet doen.
In het vijfde jaar wil ik de nodige aandacht besteden aan het financieel plan. Dat is een onderdeel waar heel wat bedrijfswetenschappelijke concepten samenkomen. Voor mij heel logisch opgebouwd, maar voor de leerlingen blijkbaar een hele uitdaging. Ik was eerst niet van plan om deze leerstof te toetsen (ze is vooral nodig om hun onderzoekscompetentie tot een goed einde te brengen), maar nood breekt wet. Eerst schaaf ik mijn voorbereidingen nog wat bij en verzin een extra, allesomvattende oefening, waarmee ze hopelijk de leerstof beter begrijpen.
Mijn zesde jaar, dat loopt voorlopig op wieltjes. De voorbereidingen gaan vlot, de leerlingen scoren behoorlijk tot zelfs zeer goed op hun eerste toets, én ze blijven een plezier om les aan te geven.
#onderwijs #leerkracht #schoonstejob